Een vader en zijn zoontje lopen samen door de stad.
Het zoontje is nog nooit in de grote stad geweest en kijkt zijn ogen uit.
Zo ziet hij voor het eerst een verkeerslicht en vraagt aan zijn vader: ‘Papa, wat is dat?’
De vader mompelt: ‘Doorlopen, jongen!’
Even verderop zien ze een Chinese man die pinda’s verkoopt en daarbij steeds roept: ‘Pinda, pinda, lekkah, lekkah!’ Weer vraagt het jongetje: ‘Papa, wat doet die man?’
‘Weet ik niet…’, zegt de vader, ‘doorlopen!’
Dan ziet het jongetje een etalage van een winkel met apparaten die hij nog nooit gezien heeft en vraagt: ‘Papa, wat is dat voor een winkel?’
De vader gromt wat en zegt weer dat zijn zoon moet doorlopen.
Dan vraagt het zoontje: ‘Papa, vind je het niet goed dat ik vragen stel?’
Waarop de vader antwoordt: ‘Dat is prima hoor, van vragen word je wijs!’
Wat is er leuker dan met een nieuwsgierig kind een omgeving te ontdekken die het nog niet kent!
Uit dit verhaal, dat ik al eerder in een overweging gebruikte, wordt in ieder geval duidelijk dat de papa hier helemaal niet geïnteresseerd is in de vragen en de nieuwsgierigheid van zijn zoon.
Alleen omdat hij haast heeft? Of omdat de vragen hem niet interesseren?
Hij geeft op geen enkele van de vragen antwoord, maar zegt aan het eind wel dat je van vragen wijs zou worden. Wat een vreemde grap...! Zijn arme kind is toch nog niks wijzer geworden op het gebied van de vragen die hij stelde!
Of zou je een stap verder kunnen gaan en zeggen dat alleen al het stellen van de vraag een eerste stap naar wijsheid is?
Dat is zeker waar.
Maar toch… de vader mist hier wel een kans om de wereld te leren kennen door de ogen van de jongere generatie. Bovendien mist het kind zo een kans om iets van zijn papa te leren. Hij moet het zelf maar uitzoeken…
Geloofsvragen serieus nemen
Als ik een gewaagde sprong maak, dan vraag ik me af of kinderen, die eerlijke vragen over het geloof en over God stellen, door hun ouders ook wel eens op deze manier ‘het bos in’ gestuurd worden. Misschien nemen wij hun vragen wel niet serieus genoeg, terwijl ze toch vaak vanuit oprechte verwondering gesteld worden. Het is echt quality time om als ouders bij de vragen van je kinderen stil te staan, hoe klein of groot ze ook zijn. Toe te geven dat je het zelf ook niet precies weet, maar dat je misschien in die of die richting moet denken. Zo lang het (klein)kind zich maar gehoord en serieus genomen voelt in die vragen.
Dan kan er een echte, gelijkwaardige dialoog ontstaan waarbij alle gesprekspartners iets kunnen leren!
‘Wie? Wat? Waar? Op zoek naar wie Jezus is’
Zo heet het veertigdagenproject van Bijbel Basics, waarmee we in de kindernevendienst gaan werken. (Hellen Luidens schrijft daarover elders in dit blad). In de kindernevendienst worden de kinderen dus uitgedaagd vragen te stellen.
Ook in de evangeliën worden heel veel vragen gesteld. Soms is dat een heel spervuur, zoals in Marcus 6:1-6 (parallel Mattheüs 13:53-58). Dat is het verhaal dat de eerste zondag in de kindernevendienst centraal staat. Die vragen worden daar trouwens lang niet allemaal beantwoord. Waarom niet? Zijn het daarmee onbelangrijke vragen geworden? Vast niet!
Al die vragen aan Jezus en over Jezus nemen ons, als toehoorders en lezers, mee op een ontdekkingstocht naar de vraag wie Jezus is.
Voor zijn tijdgenoten en voor ons.
Het kindermoment in de kerk: ook voor ons!
Op dit moment lezen we in Groot Antwerpen een spannend boek over een kerk voor alle generaties. De bespreking hierover lees je verder in de KT van maart. Het heet ‘Samen jong’ en het daagt de lezers uit om de kerk te maken tot een plek waar alle generaties zich thuis voelen.
Om duidelijk te maken dat je met vragen aan de bijbel en aan God nooit klaar bent, en dat ook daarom de kerk een plek voor grote en kleine mensen samen is, wil ik in het moment met de kinderen deze veertigdagentijd ook de volwassenen betrekken. Om de kinderen duidelijk te maken: ook wij grote mensen hebben, nog steeds, vragen over God, Jezus en de bijbel. Zo willen we samen ontdekken dat we door vragen te stellen kunnen groeien in ons geloof, met name ook in de veertigdagentijd.
Want: groeien in geloof is (ook) vragen durven stellen.